Over Sporties

Waarom Sporties?

Wie ben ik

Ik ben Sport-ies. Graag stel ik me even voor: Isa Kagenaar.

Via Sporties ga ik twee werelden met elkaar verbinden. Als jong meisje wist ik het al: ik wilde voetbalster worden. Vanaf mijn 6e jaar voetbal ik, steeds een niveautje hoger, gewoon tussen de jongens. Met doorzettingsvermogen en de juiste stimulans kunnen kinderen hun dromen verwezenlijken. In de 2e divisie speelde ik en stroomde ik via de regionale selectie door naar de landelijke selectie. Inmiddels staat er een EK op mijn naam, voetbal ik in een beloftencompetitie en een leven als prof aan het inrichten. Ik leef mijn droom. Vanaf 2018 ben ik werkzaam in De Kinderopvang en heb een opleiding gedaan tot gespecialiseerd pedagogisch medewerker. De Kinderopvang is een “gezonde kinderopvang” waar sinds 2013 al een gezond voedigingsbeleid is. Bij gezond eten hoort ook gezond beweeggedrag. Ik vind het belangrijk om al op jonge leeftijd te beginnen met het aanleren van een actieve en gezonde leefstijl. Hier ligt de oorsprong van Sporties: door sporties kan ik mijn sportieve leven combineren met mijn kennis als pedagogisch medewerker. Ik ben nog heel jong maar door mijn leven als topsporter heb ik een hele andere ontwikkeling doorgemaakt. Topsport maakt je rijp en volwassen.

Nu ben ik zelf niet echt een stilzitter… het kostte me veel energie om niet in beweging te zijn en gefocust te blijven in een schoolklas en ook tijdens mijn stage op de Kinderopvang. Door mijn eigen ‘tekortkoming’ paste ik mijn activiteiten aan en met resultaat! Door meer te bewegen merkte ik al snel dat ik minder ‘corrigeerde’. De energie uit het lichaam halen en beweeglijkheid bevestigen in plaats van afremmen zorgt voor een andere sfeer. Al snel merkte ik door activiteiten aan te bieden met beweging dat er een betere concentratie en een hogere drang om iets te te proberen ontstaat. ‘Van proberen kun je leren’. De meer teruggetrokken kinderen overwinnen hun (faal) angst en presteren is minder belangrijk als je samen plezier hebt.

Tijdens mijn stage op de Kinderopvang ben ik steeds meer geïnteresseerd geraakt in het bewegen van kinderen en het aanleren van vaardigheden. Ik heb er veel over gelezen. Slechts 55 procent van de vier- tot twaalfjarigen voldeed in 2017 aan de Beweegrichtlijnen, blijkt uit de CBS-cijfers . Dit houdt in dat 45 procent minder dan één uur per dag aan matig intensieve inspanning doet.

Het is heel makkelijk om te zeggen dat kinderen meer moeten gaan bewegen maar het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ouders ‘moeten’ ook veel op een dag en ik heb de afgelopen 3 jaar tijdens mijn periode op de Kinderopvang maar weinig niet welwillende ouders ontmoet. De sleutel tot een verandering is bewustwording bij kinderen.

Het bewegen integreren in het ‘gewone leven’. Er is veel aanbod voor kinderen vanaf 8 jaar. Kinderen vanaf 5 jaar gaan op zwemles maar juist voor kinderen van 1-5 jaar is er weinig (preventief) aanbod. Terwijl deze kinderen het nodig hebben: de fijne motoriek speelt een grote rol bij het aanleren van de toekomstige schoolse vaardigheden. Is de fijne motoriek te weinig ontwikkeld, dan kan dit een probleem zijn voor kinderen die naar groep drie gaan, waar ze die motoriek nodig hebben om te gaan leren schrijven en om mee te komen met de gymles en leeftijdsgenoten. Iets wat we willen voorkomen.

Bewegen is erg belangrijk voor de ontwikkeling van een kind.